PDF Opties

Bijlage I Risico's en onzekerheden

In de Jaarstukken 2024 treft u -in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing- een integrale risicoparagraaf aan. De voorjaarsnota is opgesteld in een roerige tijd met veel risico’s en onzekerheden. De belangrijkste ontwikkelingen in de domeinen worden hieronder nader toegelicht.

Sociaal domein

Kostenontwikkelingen

De kostenontwikkeling in het sociaal domein blijft een aanzienlijk risico. Enerzijds zien we door de toenemende vraag naar zorg en complexere casuïstiek dat het budget wordt overschreden. Dat vergoot de druk op de beschikbare middelen. Anderzijds leidt de vergrijzing tot een stijgende vraag naar zorg en ondersteuning, wat onze gemeentelijke voorzieningen en budgetten extra belast. Daarnaast neemt de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning toe, wat een grotere afhankelijkheid van mantelzorgers, vrijwilligers en de gemeente met zich meebrengt. De impact hiervan, vooral in relatie tot de ontwikkelingen rondom de eigen bijdrage in de Wmo, is momenteel nog onduidelijk.

Sinds vorig jaar groeit het gemeentefonds mee met het achtjaarlijks gemiddelde van de economische groei, aangevuld met het prijspeilpercentage van het Bruto Binnenlands Product (bpp) voor het betreffende jaar. Dit bbp-percentage blijkt echter onvoldoende om de stijgende kosten te compenseren. De kostenstijgingen in het sociaal domein, gemeten met het zogenaamde OVA-percentage, vallen aanzienlijk hoger uit, zowel voor jeugdzorg als voor de Wmo. De gebrekkige compensatie van deze kosten legt een steeds zwaardere druk op onze begroting. Daarbij komt dat de werkelijke inflatie achteraf hoger blijkt dan eerder berekend, en dat deze niet wordt gecompenseerd. Bovendien worden de prijsontwikkelingen in de Wmo en jeugdzorg geïndexeerd op de OVA, terwijl de compensatie voor gemeenten is gebaseerd op de bbp-groei.

Jeugdzorg

In deze voorjaarsnota hebben we een grens gesteld aan de jeugdzorg. Er is een reëel risico dat het kabinet de aanbevelingen van de commissie Van Ark naast zich neerlegt en niet met een structurele oplossing komt voor de gemeentelijke problemen, wat in het verleden vaker is voorgekomen. Als de aanbevelingen van de Commissie Van Ark niet volledig worden overgenomen, zoals de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) adviseert, heeft dit een zeer negatieve invloed op de gemeentelijke meerjarenbegroting

Wm0-voorzieningen

Per 1 januari 2027 wordt het abonnementstarief voor Wmo-voorzieningen vervangen door een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage. Deze wijziging is bedoeld om de financiële houdbaarheid van de Wmo te waarborgen. Echter, de Raad van State heeft aangegeven dat het voorstel onvoldoende is onderbouwd en dat er een risico bestaat dat midden- en hoge inkomens alsnog gebruik maken van Wmo-voorzieningen. Dit kan leiden tot een verhoogde vraag en druk op de voorzieningen, wat mogelijk ten koste gaat van de kwetsbare groepen. Bovendien kan het afschaffen van het abonnementstarief de beleidsvrijheid van gemeenten beperken in het beheersen van collectieve uitgaven. De VNG benadrukt dat, ondanks het uitstel, de invoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage noodzakelijk blijft om de Wmo-dienstverlening beschikbaar te houden voor de inwoners die deze het hardst nodig hebben.

Woonzorgvoorziening

De komende tijd wordt gewerkt aan de invulling van de Woonzorgvoorziening. Het uitgangspunt is dat de kapitaallasten en eigenaarslasten vanaf ingebruikname worden gedekt door de huuropbrengsten van de zorgpartij. Als de zorgvergoedingen onvoldoende zijn om de benodigde huur te betalen, wordt het tekort aangevuld vanuit het budget beschermd wonen.

Fysiek domein

Druk vanuit de woningbouwopgave

De gemeente staat voor complexe vraagstukken op het gebied van woningbouwontwikkeling. Vooral de binnenstedelijke projecten, zoals Wheermolen-Oost, het Waterlandkwartier, de Oostflank, Schapenmarkt en De Koog, zijn kostbaar en risicovol, en leiden doorgaans tot een negatief saldo. Tegelijkertijd hebben we op korte termijn minder middelen beschikbaar, doordat er minder gronden worden uitgegeven in Baanstee Noord door de stroomproblematiek. Baanstee Noord is van groot belang voor de economische vitaliteit van Purmerend en vormt ook de belangrijkste bron voor de reserve gronden. Deze reserve gronden worden gebruikt om nieuwe gebiedsontwikkelingen te bekostigen.

Groeiende stad: groei investeringen infrastructuur

Naast de investering in woningbouw is ook een aanzienlijke investering nodig in de bijbehorende infrastructuur, zoals wegen, openbare verlichting en riolering. Maar ook in kapitaallasten voor sport, onderwijs, welzijns- en culturele voorzieningen. Dit legt een extra druk op het structurele meerjarenbeeld, doordat de kosten voor onderhoud en kapitaallasten stijgen. Bovendien zorgt de bevolkingsgroei voor een grotere vraag naar zorg, onderwijs, sport en cultuur, wat leidt tot hogere exploitatiekosten.

We constateren dat de extra inkomsten uit het gemeentefonds en de OZB onvoldoende zijn om deze kosten te dekken. Daarnaast blijkt het kostenverhaal, waarbij ontwikkelaars bijdragen aan nieuwe voorzieningen zoals parkeergarages en parken, achter bij de verwachtingen door het uitblijven van ontwikkelingen in de gemeente. Bij investeringen voor de groeiende stad gaan de lasten vaak voor de baten uit. Als er niet voldoende wordt geïnvesteerd om deze groei te ondersteunen, legt de uitbreiding een te grote druk op de bestaande voorzieningen.

Dit probleem speelt niet alleen in het fysieke domein, maar ook in het sociaal domein.

Bedrijfsvoering en diensten

ICT en informatievoorziening

In Purmerend vormen ICT en informatievoorziening cruciale componenten van de bedrijfsvoering. De afhankelijkheid van digitale systemen brengt echter risico’s met zich mee die de stabiliteit en veiligheid kunnen bedreigen. We zien nu al een toename van het aantal cyberaanvallen, variërend van spionage en sabotage tot beïnvloedingscampagnes. Deze aanvallen kunnen leiden tot datalekken, verstoringen van digitale diensten en schade aan de veiligheid. Om deze risico’s met een hoge impact te beheersen, is er in deze voorjaarsnota een bedrag opgenomen voor de drie programmalijnen uit de I-visie.

Arbeidsmarkt

De krapte op de arbeidsmarkt blijft een grote uitdaging, niet alleen voor onze organisatie, maar ook voor gesubsidieerde partners, bouwers en leveranciers die moeite hebben met het vinden van het juiste personeel. Deze krapte blijft de komende jaren een bepalende factor voor het uitvoeren van onze ambities, vooral voor schaarse specialismen die cruciaal zijn voor de ontwikkelingen. Dit zijn functies die zelfs op de inhuurmarkt moeilijk te vervullen zijn.

De krapte bemoeilijkt het invullen van vacatures, wat kan leiden tot verhoogde werkdruk, meer afhankelijkheid van externe inhuur en vertragingen in de dienstverlening (zoals ICT en onderhoud).

Knelpunten gemeentefonds

De komende jaren worden gekenmerkt door het financiële ravijn dat vanaf 2026 speelt. Daarnaast speelt binnen het gemeentefonds de problematiek omtrent de nieuwe financieringssystematiek, de verdere onderzoeken naar de herijking van het gemeentefonds, de omzetting van de Wmo uit de algemene uitkering naar een Bijzondere Fondsuitkering (BFU), de overhevelingen van de specifieke uitkeringen naar het gemeentefonds en de ruimte onder het BCF-plafond. Dit alles maakt het lastig om inschattingen te maken ten aanzien van de baten in het gemeentefonds.

Verbonden partijen

Purmerend werkt samen in gemeenschappelijke regelingen voor diensten als de GGD en de Veiligheidsregio. Veranderingen in deze samenwerkingen, zoals gewijzigde financiering of beleidsaanpassingen, kunnen financiële en operationele gevolgen hebben voor Purmerend. De voorgestelde 5% korting op de uitgaven per gemeenschappelijke regeling kan anders uitwerken dan voorzien, daarnaast is het risico aanwezig is dat de taakstelling door één of meerdere gemeenschappelijke regelingen niet wordt gehaald en Purmerend voor een andere opgaven komt te staan.

De gemeente is 100% aandeelhouder van Stadsverwarming Purmerend (SVP). SVP werkt aan een betrouwbare, duurzame en betaalbare warmtevoorziening voor haar klanten. De komende jaren staat SVP voor een aantal grote opgaven. De volatiele ontwikkelingen in de energiemarkten hebben invloed op het beleid wat SVP voert. Tegelijkertijd gaat SVP onverminderd door met de verdere verduurzaming van de warmtebronnen. Daarbij kijkt SVP naar andere bronnen zoals aardwarmte (geothermie) en warmte uit afval- en/of oppervlaktewater. Ook staat SVP voor een aantal belangrijke investeringsopgaven, onder andere met betrekking tot het bestaande netwerk en het aansluiten van nieuwbouw en gasvrij. Deze investeringsopgaven hebben impact op de financiële positie van SVP. Het is belangrijk dat SVP blijft werken aan het verbeteren van de zwakke financiële positie. In de huidige marktomstandigheden en situatie van het bedrijf is dat een grote opgave.

Loon- en kostenontwikkeling

De ruimte in de stelpost loon-prijsontwikkeling (LPO) is vrijwel volledig benut. De verwachting is dat in de meicirculaire (o.b.v. De voorjaarsnota 2025 van het Rijk) extra middelen beschikbaar komen om de komende prijsstijgingen in salarissen, investeringen, gemeenschappelijke regelingen en subsidiepartners op te vangen. De meicirculaire kan hier naar verwachting grotendeels in voorzien, maar het is onzeker of alle prijsverhogingen volledig gedekt kunnen worden.

Overgang pensioenen politieke ambtsdragers naar nieuw pensioenstelsel

De pensioenen van politieke ambtsdragers vallen momenteel onder de Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers (Appa). Vanaf 1 januari 2028 worden de pensioenen van de politieke ambtsdragers (zoals Tweede Kamerleden, ministers en staatssecretarissen, wethouders en gedeputeerden) ondergebracht in het nieuwe pensioenstelsel. Aanleiding hiervoor is de aangenomen Wet toekomst pensioenen (Wtp). Op 1 januari 2028 moeten alle pensioenen zijn overgedragen aan pensioenfonds ABP. De impact van deze wijziging op de gemeentelijke begroting zal de komende periode inzichtelijk worden gemaakt.

Algemeen

Op dit moment is het niet mogelijk om al deze (onzekere) ontwikkelingen concreet te becijferen in deze voorjaarsnota. We blijven de ontwikkelingen volgen. Zoals gebruikelijk nemen we de consequenties van de Rijksbegroting en doorwerking hiervan in de meicirculaire van het gemeentefonds mee bij het opstellen van de Begroting 2026.

Daarnaast wordt na de ontvangst van de voorjaarsnota vanuit het Rijk mogelijk ook meer duidelijk hoe het Rijk richting de gemeenten omgaat met:

  • Het herstel van technische fouten;

  • de aangekondigde korting op de specifieke uitkeringen;

  • het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA);

  • de Uitvoeringskosten klimaatakkoord;

  • de Digitaliseringsopgave (Digital decade, NDS, archiefwet etc.).

Wij kunnen in deze voorjaarsnota nog geen rekening houden met besluitvorming vanuit het Rijk en moeten de informatie verwerken zoals die op het moment van schrijven van de voorjaarsnota voorhanden is.

Kansen

Naast de risico’s zijn er ook kansen. In de afgelopen periode zijn er op veel dossiers subsidies binnengehaald. We blijven actief en alert op subsidiemogelijkheden voor specifieke beleidsdoelen, duurzaamheidsinitiatieven en groene subsidies. Daarnaast kijken we ook om te investeren in digitale oplossingen en het verbeteren van gemeentelijke processen. Met de Investeringsagenda hebben we een instrument en middelen om ook de vaak benodigde cofinanciering richting de partners aan te tonen.